Wil je Spaan studeren? Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden. Een (HBO) opleiding volgen, een cursus op locatie, of een thuisstudie. Een voordeel van zo’n thuiscursus Spaans is dat je het volledig op eigen tempo kunt doen. Alle lesmaterialen vind je in jouw online leeromgeving. Interesse in de Spaanse taal? In deze blog vind je alvast wat belangrijke informatie.
Over de Spaanse taal
Spaans is een taal van werkwoordvervoegingen: het heeft 50 mogelijke afbuigingen per werkwoord en naamwoorden worden verbogen naar de twee geslachten. Spaanse taal is altijd gereguleerd door de Real Academia Española, een instituut die sinds 1960 zijn aanzien is verloren.
In de volgende kopjes zie je een overzicht van de Spaanse grammatica.
Spaanse naamwoorden
Geslacht naamwoorden
Alle spaanse naamwoorden hebben een of twee geslachten: mannelijk of vrouwelijk. De meeste bijvoeglijk naamwoorden en naamwoorden en alle voorzetsels geven het geslacht van de naamwoorden aan.
Algemene Richtlijnen:
- Naamwoorden verwijzend naar mannen en/of eindigend op een -o zijn mannelijk (el hombre, el teléfono)
- Verwijzend naar vrouwen en/of eindigend op een -a -ción -sión -tad -dad -tud zijn vrouwelijk.(la mujer, la amante, la risa, la nación, la tensión, la libertad, la ciudad, la actitud)
- Om te verwijzen naar vrouwen, veranderen vele naamwoorden de laatste klinker of voegen -a toe aan de laatste medeklinker. (el compañero, la compañera, un profesor, la profesora)
- Vele naamwoorden, vooral die eindigen op -ista, hebben de zelfde vorm en verschillen alleen qua lidwoord.(el / la estudiante, el / la indígena, el / la artista, deportista, turista, etc.)
- De namen van de dagen, kleuren, talen en woorden van belang zijn mannelijk. (el lunes, el azul, el francés, el norte)
- Samengestelde voornaamwoorden, gevormd door het combineren van een werkwoord en een naamwoord, zijn ook mannelijk: el salvavidas (life saver), un paracaídas (parachute), los limpiaparabrisas (windshield wiper), el abrelatas (can opener), enz.
Achtervoegsels en verkleinende achtervoegsels
Naamwoorden kunnen in het spaans gemaakt worden door een paar achtervoegsels toe te voegen aan bestaande naamwoorden en bijvoeglijk naamwoorden.Soms veranderd het de betekenis maar een klein beetje, maar soms ontstaat er een totaal nieuw woord.
De meest voorkomende onderafdeling van zulke achtervoegsel zijn de verkleinende achtervoegsel. De meest voorkomende verkleinende achtervoegsels zijn -ito en -cito samen met de vrouwelijke vormen -ita en -cita. Deze achtervoegsels kunnen bij aan elk naamwoord worden toegevoegd, en worden soms ook gebruikt bij bijvoeglijk voornaamwoorden en bijwoorden. Woorden eindigend op -a, -o -te vormen de verkleinende achtervoegsels door de laatste klinker te laten vallen en -ito of -ita toe te voegen, terwijl -cito en -ecito aan andere woorden worden toegevoegd, bijvoorbeeld:
vaso — vasito (“glas”—“glaasje”)
niño — niñito (“jongetje”—“klein jongetje”)
planta — plantita (“plant”—“plantje”)
Achtervoegsels worden vaak gebruikt in het Spaans en niet alleen om de maat van iets aan te geven maar ook om te verzachten.